Perfecte ondervloer, volmaakt eindresultaat

De kwaliteit van de vloerafwerking staat of valt met de kwaliteit van de ondergrond. Zeker bij de plaatsing van soepele en delicate vloerbekleding zoals vinyl, tapijt, pvc of marmoleum is een vlakke basisvloer een must. Sterker nog: “De dekvloer kan niet perfect genoeg zijn”, meent Luc Wouters, Technical Account Manager Flooring bij Bostik. “Om hiertoe te komen, is de juiste technische voorbehandeling essentieel. Is de ondervloer voldoende zuiver, droog, normaal poreus, stevig, scheurvrij en vlak?” Om in elk project en in elke omstandigheid een kwaliteitsvolle en spiegelgladde ondergrond te kunnen realiseren, voert Bostik graag een uitgebreide locatieschouw uit. Bijvoorbeeld om te komen tot een stappenplan én uitgebreid advies.

Vloerenleggers die een afwerkvloer monteren, nemen bij het plaatsen van de eerste vierkante meter al de verantwoordelijkheid voor de ondervloer over, weet Wouters. “Om risico’s te elimineren, is het belangrijk dat zij een aantal stappen doorlopen, waarin Bostik graag ondersteunt.”

Om een goede hechting te garanderen, is het belangrijk dat de ondergrond vrij is van onzuiverheden, weet hij. “Verfresten, pleisterresten, sinterhuid, lijm en vernis kunnen door middel van bijvoorbeeld schuren van de ondergrond verwijderd worden. Vervolgens is het belangrijk om de ondergrond grondig te borstelen en te stofzuigen.”

Om in te kunnen schatten of een ondergrond voldoende droog is, moet het restvochtgehalte worden bepaald. “Bostik maakt hierbij gebruik van een digitale vochtmeter (indicatieve vochtmeting) en een Carbide Meting”, vertelt Wouters. “In dit laatste geval wordt op minimaal 5 cm diep een staal/monster van de ondergrond genomen en in een carbidemeter gemengd met een ampul calciumcarbide. De druk die door de gasvorming ontstaat, wordt als vochtpercentage op de meter weergegeven.” Voor een cementgebonden dekvloer geldt een maximaal restvochtgehalte van 2%, zonder vloerverwarming, voegt hij hier aan toe. “Met vloerverwarming mag het gehalte aan restvocht maximaal 1,8% zijn. Blijkt een cementgebonden dekvloer teveel restvocht te bevatten, dan moet een tweecomponenten epoxy vochtscherm zoals Bostik HYTEC E336 XTREM aangebracht worden.”

Met name bij gebouwen op volle grond en zonder kruipruimte of in het geval van tegelvloeren kan sprake zijn van optrekkend vocht. “Vooral bij oude huizen, waar geen plastic folie onder de vloer aanwezig is. Daarom moet bij dergelijke gebouwen altijd een vochtscherm worden aangebracht die weerstand kan bieden aan drukkend vocht.”

Om de porositeit van een ondergrond te testen, kan een druppeltest worden uitgevoerd. Hierbij worden enkele vochtdruppels aangebracht, waarna gemeten wordt hoe snel de druppels in de ondergrond trekken. “Als het intrekken korter is dan een minuut, dan is de ondergrond (te) poreus”, aldus Wouters. “In dit geval kan een speciale hechtingsprimer zoals Bostik GRIP A500 MULTI de zuigende werking van de dekvloer opheffen.” Voor gesloten ondergronden is een primer zoals Bostik GRIP A936 XPRESS meer geschikt.

Ook een goede oppervlaktesterkte (druk- en treksterkte) van de dekvloer is een vereiste. “Voor de treksterkte geldt dat deze minimaal 0,5 N/mm2 moet zijn (voor parketvloeren bij voorkeur 1 N/mm2)”, vertelt Wouters. “De druksterkte van de ondergrond moet hoger zijn dan 8 N/mm2. Is de vloer niet sterk genoeg, dan kan een speciale dekvloerversteviger worden toegepast. Daarnaast moet de ondergrond niet (te) korrelig, poederig, buigzaam of flexibel zijn.” Als de ondergrond niet aan de eisen voldoet, dan is het belangrijk om de ondergrond te verstevigen met bijvoorbeeld Bostik HYTEC P510 RENORAPID.

Ook aanwezige scheuren en barsten in de ondergrond moeten hersteld worden. Dit kan door de scheuren uit te slijpen, krammen aan te brengen en de scheuren te vullen met een tweecomponenten silicaathars, zoals Bostik RENO P520 EASY of door het aanbrengen van tweecomponenten epoxyhars Bostik RENO E742 STRUCTURE.

Zijn bovenstaande stappen goed doorlopen, dan is het tijd voor de primer en egaline. “De egaline wordt gebruikt om de vloer mooi vlak te maken”, aldus Wouters. “Welk egaliseermiddel hiervoor het best kan worden toegepast, is met name afhankelijk van het gebruik van de ruimte, het type dekvloer, de gewenste drukvastheid, de maximale laagdikte en de droogtijd. In navolging van de standaard egalines kunnen vloerafwerkingsbedrijven bij Bostik terecht voor vezelversterkte egalines, zoals Bostik SL C740 FIBER MAXI voor buigzame (houten) vloeren. Maar ook voor sneldrogende egalines zoals de Bostik SL C990 SPRINTER, die al 2 tot 4 uur na het aanbrengen verder bewerkt kan worden. Is een hoge druksterkte gewenst, dan raden wij Bostik SL C980 XPS aan, met een druksterkte-classificatie van C40. Zeer populair is bovendien onze egaline Bostik SL C940 XL, waarmee een hoogteverschil van 50 mm overbrugd kan worden. De selectie van de juiste producten maakt standaard onderdeel uit van ons advies. Naar wens verzorgen we ook product- en verwerkingstrainingen. Zowel op onze eigen locatie als op de werf, waarmee een goede verwerking wordt gewaarborgd.”