Tagarchief: CBM

Koninklijke CBM blikt vooruit op 2023

Kees-Hoogendijk-staand-achter-bureau-2020
Lees het gehele artikel

Gesprek met Kees Hoogendijk van CBM

Samen met Kees Hoogendijk, directeur van Koninklijke CBM (de branchevereniging voor de Interieurbouw en de Meubelindustrie)’, kijken we terug op 2022 én hebben we een blik op 2023. “We hebben in het afgelopen jaar mooie dingen weten te realiseren maar er waren ook zaken die mij verontrustten…”

Ook bij CBM zijn de vraagstukken rondom het energieprobleem, de inflatie en de oorlog in Oekraïne niet onopgemerkt gebleven. “Natuurlijk probeert iedereen de stijgende prijzen door te berekenen aan de (eind)klanten. Maar daar zit een grens aan. Niet alles kan. Die problematiek vraagt veel van ieders ondernemerschap. Daarnaast is er een serieuze arbeidsmarkt-uitdaging: hoe kom je aan goed opgeleid personeel? Het zijn allemaal problemen die elkaar versterken waardoor het in 2023 nog wel eens moeilijk kan worden in onze branche. In 2022 hebben bijvoorbeeld de interieurbouwers het weliswaar nog niet zo gemerkt, maar… als de bouw in 2023 stilvalt vanwege de stikstofproblemen én als de grondstoffentekorten, de inflatie, het energieprobleem en de oorlog niet tot een einde komen, dan gaat ook de interieurbouwer het merken. Die zit immers aan het einde van de keten. En tja, als er niet gebouwd kan worden… dan hoeft er ook niets aan interieur ontworpen te worden.”

Kees vertelt dat de CBM-leden diezelfde tendensen zien. “Dat blijkt uit onze conjunctuur-enquête. De bedrijfsresultaten in 2022 zijn minder dan het jaar ervoor maar het is nog niet zo dramatisch. Bij 63% van de bedrijven is de omzet gegroeid in de eerste helft van 2022 maar ja… omzet is natuurlijk nog geen winst. Uit dezelfde enquête blijkt tevens dat intussen één op de tien bedrijven in die periode verlies leed. Ik vrees dat dit percentage gaat stijgen.”

Stilzitten is echter geen optie. “Iedereen is wakker geworden”, zo vervolgt Kees. “We weten meer dan ooit dat we niet afhankelijk willen zijn van Russisch gas. Mede door deze crisis wordt daardoor de stap gemaakt richting meer duurzaamheid. Langzaam maar zeker ontwikkelt de branche zich tot een circulaire branche. Daar sorteren we al goed op voor: zo is er de Stichting Matras Recycling Nederland om de recycling van matrassen te stimuleren. Bovendien hebben wij de Stichting Wood Loop opgericht, waarbij productie-afval via slimme retourlogistiek terugkomt bij de plaatproducent, die er weer nieuwe platen van maakt.”

“Circulair design wordt daarom hét thema voor 2023. In Brussel wordt op dit moment gewerkt aan een kaderrichtlijn voor eco-design en een productpaspoort voor duurzame producten die in 2024 wettelijk verplicht worden. Daar bereiden wij onze leden nu op voor.  Ook zal Wood Loop verder uitgerold worden. Het doel is simpel: onze CO2-footprint moet omlaag. Bedrijven die meedoen aan Wood Loop kunnen via een portal aantonen hoeveel afval ze gerecycled hebben en daardoor de eigen CO2-footprint hebben verminderd. Het credo wordt ‘niet praten, maar doen én aanpassen!’”

Volgens Kees zal ook de arbeidsmarktkrapte een groot thema blijven in 2023. “Vanuit CBM hebben we diverse campagnes op stapel staan om de instroom aan de onderkant te blijven bevorderen.”

Of het allemaal gaat lukken? “Vraag het me over een jaar nog eens”, besluit Kees tóch met een positieve glimlach. “We zullen het zien, maar we weten wel dat ‘stilzitten’ in de komende 12 maanden op geen enkele wijze aan de orde is!”  

Wat is het profiel van de ideale meubelmaker in 2030?

CNC-cursus-1
Lees het gehele artikel

Hoe overleven we de vergrijzing in ons vakgebied?

Het is een breed gehoord geluid: er zou niet altijd een ‘match’ zijn tussen wat jongeren leren op school en wat relevant is voor de alledaagse bedrijfspraktijk. Gelukkig zijn er volop initiatieven waar hard wordt gewerkt aan die ‘match’. En, met succes. Bijvoorbeeld bij Koninklijke CBM. We zijn in gesprek met Jeroen Meenink, coördinator van het samenwerkingsverband Twente-Salland en Angela Karsoredjo, verantwoordelijk voor alle samenwerkingsverbanden binnen CBM. “We triggeren nu andere competenties dan 20 jaar geleden.”

“Onze opdracht is simpel”,  zegt Jeroen. “We moeten het meubelvak aantrekkelijker maken. We zien dat veel ouders het liefst willen dat hun kinderen een zo hoog mogelijk opleidingsniveau halen. Op de een of andere manier zit het maken van meubels en interieurs niet in de mindset. Het is onze taak om jongeren kennis te laten maken met het vak. Geef ze de kans om te ontdekken dat je ook écht iets heel waardevols voor anderen kunt maken én… dat je daar veel voor in huis moet hebben. Kortom, het werken als meubelmaker vraagt intelligentie én vaardigheden van je.”

Volgens Angela is het van belang dat leerlingen daarbij niet ‘slechts’ één leermeester hebben. “In de leertrajecten die wij via de samenwerkingsverbanden aanbieden, gaan jongeren doorgaans aan de slag bij drie verschillende bedrijven. Het mooie is dat de bedrijven daardoor meerdere jongeren voorbij zien komen. Binnen de samenwerkingsverbanden bieden wij naast de opleiding diverse extra workshops aan. Denk aan CNC-cursussen, heftruckrijden, of bijvoorbeeld het kunnen behalen van je VCA-diploma. Het aandachtsgebied is breed: uiteindelijk leveren we jongeren af die goed geschoold zijn, verschillende expertise hebben opgedaan én in die periode hebben ontdekt wat hun eigen talenten zijn.”

De grote vraag is of de werkgevers (in-spé) zelf genoeg tijd hebben om de jongeren te begeleiden. “We vragen van de bedrijven wel commitment. Maar tegelijkertijd ziet men dat niet als een probleem. Bedrijven begrijpen het belang van het leveren van een bijdrage aan de opleiding van jongeren. Natuurlijk dienen de bedrijven erkend te zijn als ‘praktijkopleider’. Maar aan ons is het de schone taak om goede handvatten te geven waar de bedrijven én de jongeren mee aan de slag kunnen. Onze regiocoördinatoren hebben nauw contact met hen. Wij zorgen ook voor alle administratieve en personeelszaken. Niet zelden stromen de leerlingen daarna door tot vaste medewerker in het bedrijf.”

Angela vertelt dat er continu contact is met de bedrijven om goed te weten te komen wat de feitelijke behoeften zijn. “De wereld verandert sneller dan ooit. De meubelmaker in 2030 is een hele andere meubelmaker in vergelijking met die van een paar jaar geleden. Zo zal deze alleen succesvol kunnen zijn als hij kennis heeft van moderne technieken, methoden en automatisering. En, kan hij zijn creativiteit kwijt via zijn kennis van robotisering? Is er een stimulans om altijd lef te durven hebben? En, is een meubelmaker ook een beetje eigenwijs?”

“We werken daar in onze trajecten hard aan. Er is immers sprake van vergrijzing in de branche. We hebben de instroom van startende meubelmakers hard nodig. Willen we onze creativiteit en innovatiekracht in stand houden, dan móeten we er dus alles aan doen om jongeren te laten zien dat we een prachtig, uitdagend en creatief vak beoefenen waar je veel mee kunt bereiken!”  

Tweede onderzoek impact coronavirus op de meubelindustrie en interieurbouw

anker-maui-sfeer-lobby-kopieren
Lees het gehele artikel

Op 27 februari 2020 presenteerde CBM de eerste resultaten van het onderzoek naar de impact van het COVID-19-virus, beter bekend als het coronavirus, op de meubelindustrie en interieurbouw in Nederland. Drie weken later bleek bij een tweede meting dat inmiddels een groot deel van de branche negatieve gevolgen heeft en/of verwacht.

Het percentage bedrijven dat daadwerkelijk problemen ondervindt, was in drie weken opgelopen van 10% naar 43%. Verder steeg het percentage respondenten dat nog geen problemen heeft maar die wel verwacht van 30% naar 52%. Het percentage bedrijven dat geen problemen heeft en die ook niet verwacht, is gedaald van 60% naar 5%. Dit was de status van eind maart, rond de deadline van deze editie van Binnenwerk. Verwachtingen voor de maand april uitspreken is lastig, maar door de intelligente lockdown zal ook de maand april zeker nog lastig zijn voor de interieurbouwsector.

Problemen

In drie weken tijd is de gezondheidssituatie en de economische ontwikkeling in de wereld totaal veranderd. Veel landen zijn door de uitbraak van het coronavirus in de problemen gekomen. Het virus is inmiddels uitgegroeid tot een pandemie die veel schade veroorzaakt. Aandelen kelderen wereldwijd, grenzen gaan dicht, beurzen worden uitgesteld of afgelast, reizen wordt verboden en in veel landen zitten mensen weken achtereen in quarantaine. In Nederland zijn sectoren zoals de horeca en de culturele sector volledig stil gevallen. Ook onze industrie is getroffen door de negatieve impact van het coronavirus en bij veel bedrijven daalt de omzet. Het werk en de werkgelegenheid komen steeds meer onder druk te staan.

Respons

Terug naar de metingen Tijdens de eerste meting vulden 199 CBM-leden de enquête in, de tweede meting door 230 respondenten. Het responspercentage was daarmee opgelopen van 40% naar 46%. Bijna de helft van de leden heeft van zich laten horen zodat de resultaten een goede afspiegeling vormen van de ontwikkelingen in onze sector.

Vraag 1: Heb je of verwacht je problemen vanwege de uitbraak van het Corona-virus?

Bij de eerste meting eind februari gaf 10% van de respondenten aan nu reeds problemen te ervaren, die direct zijn terug te leiden tot de uitbraak van het coronavirus. In drie weken tijd is dit percentage opgelopen van 10% naar 43%. Het percentage bedrijven dat nog geen problemen heeft, maar dat wel verwacht, is in diezelfde periode gestegen van 30% naar 52%. Daarnaast is het percentage respondenten dat bij de eerste meting geen problemen verwachtte, sterk terug gelopen van 60% naar 5%. Conclusie uit de tweede meting is dat de situatie duidelijk verslechterd is. Steeds meer leden voelen de schadelijke impact van het coronavirus of verwachten negatieve gevolgen.

Vraag 1.

Vraag 1.

 

Zo melden respondenten problemen met de montage van meubelen en interieurs op locatie.

Montageprojecten worden stilgelegd en monteurs kunnen niet meer terecht op horecalocaties, zalencentra, scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, en winkels, etc. Daarnaast hebben ondernemers problemen met de inzetbaarheid van hun personeel. Medewerkers vallen uit met ziekteverschijnselen of moeten opvang voor hun kinderen regelen, omdat de scholen inmiddels gesloten zijn. Daarnaast hebben ondernemers problemen met de levering en beschikbaarheid van noodzakelijke grondstoffen, materialen en halffabricaten, die nodig zijn voor de productie.

Vraag 2: Heeft je bedrijf problemen met de export?

Bij de eerste meting had slechts één respondent problemen met de export naar China. Daarom werd we deze vraag veralgemeniseert naar problemen met export in het algemeen. Uit de tweede meting blijkt dat één op de tien respondenten daadwerkelijk problemen heeft met de export van producten. Het gaat dan vooral om export naar Europese landen waar de winkels gesloten zijn, zoals Frankrijk en Duitsland, Tsjechië, Denemarken et cetera.

Vraag 3: Heb je of verwacht je problemen met de aanlevering van onderdelen en halffabricaten voor meubelen en interieurs?

Vraag 3.

Vraag 3.

 

Net als bij de eerste meting verwachten bedrijven problemen met de levering van elektrische onderdelen, (onderdelen voor) verlichting, stalen onderdelen en textiel & meubelstoffen en leer. De percentages zijn in lijn met de eerste meting maar lopen enkele procentpunten op of terug.

Vraag 4: Heb of verwacht je productieproblemen en oplopende levertijden door gebrek aan grondstoffen, onderdelen en halffabricaten?

Het percentage respondenten dat productieproblemen en oplopende levertijden verwacht, ligt in lijn met dat van de voorgaande meting. De tweede meting laat een lichte stijging van de problemen zien. Ruim 1 op de 10 bedrijven (16%) heeft nu reeds te kampen met productieproblemen. Twee derde van de bedrijven (67%) heeft op dit moment nog geen productieproblemen, maar verwacht die binnenkort wel. Ruim 1 op de 5 bedrijven (21%) heeft geen productieproblemen en verwacht die ook niet te krijgen.

Vraag 5: heb je te maken met opdrachten die zijn ingetrokken?

Dit was een nieuwe vraag, in aanvulling op de eerste meting. Uit de resultaten blijkt dat circa één op de vijf respondenten (19%) inmiddels te maken heeft met opdrachten die ingetrokken zijn. Daarnaast verwacht 43% van de respondenten binnenkort ook problemen te krijgen met het intrekken van opdrachten. Het is duidelijk dat dit een groeiend probleem is, dat steeds meer impact gaat hebben op de meubelindustrie en interieurbouw. Intrekken van opdrachten leidt tot hogere kosten en verlies van omzet.

Vraag 6: heb of verwacht je extra kosten door te late levering van producten?

Vraag 6.

Vraag 6.

 

Het percentage bedrijven dat binnenkort extra kosten verwacht door genoemde leveringsproblemen is licht gedaald van 62% naar 59%. Het aantal bedrijven dat nu reeds extra kosten heeft, is licht gestegen van 4% naar 7%. Een derde van de bedrijven (34%) verwacht geen kostenstijging door te late levering. De verwachtingen over de extra kosten zijn min of meer stabiel gebleven. Veel respondenten vinden het lastig de omvang van de extra kosten aan te geven en vulden niets in. Bij bedrijven die wel iets invulden lagen de schattingen tussen € 10.000,- en € 75.000,-.

Vraag 7: Heb je of verwacht je problemen met logistiek en transport en zo ja naar welke landen?

Bij de eerste meting had 15% van de bedrijven problemen met gestegen transportkosten. De tweede meting is dat percentage gedaald naar 8%. Het percentage bedrijven dat nog geen problemen heeft maar ze wel verwacht, is gestegen van 47% naar 61%. En 30% van de respondenten verwacht bij de tweede meting geen logistieke en transportproblemen. Dat is een daling van 8%.

Vraag 8: Overweeg je over te stappen naar andere leveranciers vanwege het coronavirus?

Vraag 8.

Vraag 8.

 

Bij de vorige meting overwoog 1 op de 4 respondenten nog uit te wijken naar andere leveranciers, wanneer de toelevering uit China stokt. Bij de tweede meting is dat percentage gedaald naar 8%. Bedrijven verwachtten vooral uit te wijken naar andere leveranciers van meubelstof en textiel, bijvoorbeeld die in Oost-Europa. Dat is in de tweede meting nog wel terug te zien.

Vraag 9: Heb of verwacht je (juridische) problemen omdat je niet aan je leveringsverplichtingen kunt voldoen?

Dit was een extra vraag voor de tweede meting. Slechts 1% van de respondenten had op dat moment al juridische problemen vanwege leveringsverplichtingen. Een kwart van de bedrijven verwacht dat die problemen wel gaan komen. Uit de aanvullende opmerkingen van respondenten blijkt dat bedrijven verwachten dat zij dat in goed onderling overleg met betrokkenen kunnen regelen.

Vraag 10: Maakt je bedrijf gebruik van werktijdverkorting?

vraag_10_grafiek-kopieren

Vraag 10.

 

Deze extra vraag is in de enquête opgenomen in verband met de recente lancering van de noodmaatregelen van het kabinet. Ruim de helft van de respondenten (57%) verwacht binnenkort gebruik te gaan maken van werktijdverkorting, zoals afgekondigd door de regering.

Conclusies

De tweede meting liet zien dat de stagnatie bij de leveringen van grondstoffen, producten en halffabricaten iets zijn toegenomen in omvang, maar vooral meer divers zijn geworden. Bij de tweede meting blijkt tevens dat het percentage bedrijven met leveringsproblemen iets hoger ligt dan drie weken geleden.

Bedrijven ervaren op dit moment nog geen grote transportproblemen, maar zij verwachten die wel de komende weken. Zeker wanneer steeds meer landen de grenzen gaan sluiten. Ondernemers gaan pas uitwijken naar alternatieve leveranciers wanneer dat echt noodzakelijk is. Daarbij proberen ze vooral leveranciers te vinden dichter bij huis.

Slotconclusie van deze online enquête is dat in drie weken tijd het uitbreken van het Corona-virus vrijwel de gehele meubelindustrie en interieurbouw in zijn greep heeft. Steeds meer bedrijven hebben problemen of verwachten die op de korte termijn. De beschikbaarheid van noodzakelijke grondstoffen, materialen en producten wordt problematischer, en zal de productie belemmeren. Daarnaast vrezen steeds meer ondernemers dat orders en opdrachten wegvallen en dat de omzetten dalen.

Door het wegvallen van werk zal ook de werkgelegenheid in de meubelindustrie en interieurbouw op de korte termijn afnemen. Ruim de helft van de ondernemers verwacht daarom ook gebruik te zullen maken van de nieuwe regeling rond werktijdverkorting en de andere voorstellen uit het pakket van noodmaatregelen, dat de regering recent naar buiten gebracht heeft.

De afgelopen weken volgde CBM het coronanieuws op de voet. Op de website www.cbm.nl is alle relevante informatie over het virus te vinden. Daarnaast blijft de brancheorganisatie in samenwerking met collega-branches en VNO en MKB actief lobbyen in Den Haag, om de negatieve gevolgen voor onze ondernemers tot een minimum te beperken.   

Toespraak Marcel Horjus – voorzitter Koninklijke CBM – tijdens de ALV op 12 december 2019

cbm
Lees het gehele artikel

Hartelijk welkom op de Algemene Ledenvergadering van Koninklijke CBM. Goed te zien dat er zoveel gasten zijn vandaag. Veel bekende gezichten, collega’s, vrienden en kennissen uit het netwerk. Fijn dat jullie de moeite hebben genomen om de Algemene Ledenvergadering met ons te vieren. De vorige Algemene Ledenvergadering zaten we tussen de snelle auto’s bij Donkervoort. Bjorn Kuipers was toen onze gastspreker. Vandaag zitten we tussen de vliegtuigen en we h ebben weer een geweldige gastspreker weten te strikken, Robert Doornbos. Hij neemt ons straks mee in de wondere wereld van de Formule I.

Het jaar is bijna voorbij. Een mooi moment voor bezinning en reflectie. En om even stil te staan bij de branche en bij CBM, onze brancheorganisatie. Wat waren de uitdagingen, wat hebben we in 2019 bereikt en wat zijn de plannen voor komend jaar?

Als eerste onze branche:

Volgens het Economische Bureau van de ING gaat het goed in de woondetailhandel. Woonwinkels en doe-het-zelf-zaken hebben in 2019 de grootste omzetgroei sinds tijden. En voor 2020 ziet er net zo uit. Onderzoekers verwachten dat de koopkracht op peil blijft en misschien nog wel kan stijgen.

Aan de andere kant zit de huizenmarkt al een tijdje op slot, en het lijkt er op dat dit nog wel even zo zal blijven. Dat laatste is natuurlijk vervelend. Maar elk nadeel heeft ook zo z’n voordeel.

Als huizenbezitters minder verhuizen, gaan zij meer investeren in hun eigen woning. Zij kopen nieuwe meubelen, nemen een nieuwe keuken, laten hun badkamer verbouwen en knappen het huis verder op. Dat is een belangrijke verklaring voor de goede resultaten van de Nederlandse woonwinkels.

Woonmeubelfabrikanten deden het in 2019 beter dan interieurbouwers en toeleveranciers.

Volgens onze conjunctuurmonitor groeiden de omzetten bij twee op de drie woonmeubelfabrikanten.

Het is de verwachting dat deze positieve trend in 2020 doorzet. Maar er is ook een vaste groep woonmeubelfabrikanten die het al jaren moeilijk heeft. Eén op de vijf meubelfabrikanten kan maar niet profiteren van de aantrekkende economie. Meting na meting zien we bij deze groep de omzetten en het bedrijfsresultaat teruglopen.

Uit de conjunctuurmonitor blijkt dat Interieurbouwers het in 2019 minder goed deden dan de woonmeubelfabrikanten. De afgelopen twee jaar daalt het aantal bedrijven waar omzet en bedrijfsresultaat groeien. Sommige interieurbouwers hebben betere resultaten dan andere, maar door de bank genomen staan bij de meeste interieurbouwers de marges al jaren onder druk.

De toeleveranciers boekten de minst positieve resultaten. Slechts een derde van de toeleveranciers had omzetgroei, twee op de drie bedrijven dus niet. En slechts bij een kwart van de toeleveranciers verbeterde het bedrijfsresultaat. Toeleveranciers doen het in onze ledenkring over de hele linie minder dan woonmeubelfabrikanten en interieurbouwers. Ook leveranciers van plaatmateriaal geven aan dat de vraag onvoldoende aantrekt. Duidelijke signalen dat een deel van de bedrijven moeite heeft om mee te liften op de positieve ontwikkelingen in de samenleving.

Kijken we dan naar onze samenleving, dan hadden we daar ook een paar flinke uitdagingen.

Het Malieveld is al meerdere keren omgeploegd, boze boeren, onderwijzers en verplegers staken en voeren actie. Brexit is nog steeds niet rond, net als de oplopende handelsconflicten met de VS.

Het is al met al een roerig jaar in Nederland.

Het klimaatverdrag eist zijn tol, we moeten van het gas af en door de stikstofcrisis staan veel bouwprojecten stil of hebben flinke vertraging opgelopen. Na de aannemers krijgen de Interieurbouwers hier in een later stadium last van. En als ik naar de overheid en de politiek kijk, dan ontbreekt het in naar mijn mening aan daadkracht om deze impasse te doorbreken. Dit zorgt voor onzekerheid in de toekomst.

Gelukkig heeft de CBM het afgelopen jaar niet stil gezeten. We hebben in 2019 een flink aantal vernieuwingsprojecten in gang gezet. Zo hebben wij samen met de spelers in de matrasketen een voorstel uitgewerkt voor de recycling van matrassen in Nederland. Zodra de minister – Stientje van Veldhoven – hier ja tegen zegt, gaan we er direct mee aan de slag. We hebben subsidie ontvangen voor een experiment om schuim van matrassen chemisch te recyclen, oftewel pyrolyseren. Daarnaast proberen we, samen met de gehele plaatmateriaal keten, een oplossing te vinden voor het recyclen van plaatmateriaal en MDF. We hebben hier al drie bijeenkomsten voor georganiseerd.

Verder hebben we een zonnepanelenproject ontwikkeld, waar inmiddels zo’n 55 CBM-leden aan meedoen. Komend jaar gaan we verder met het installeren van de zonnepanelen en doen we een project met lichtgewicht panelen zodat ook de daken die minder belastbaar zijn, zonnepanelen kunnen plaatsen.

Daarnaast zijn we gestart met het project ‘Duurzame Inzetbaarheid.’ CBM heeft subsidie gekregen om twee nieuwe bedrijfsadviseurs voor Duurzame Inzetbaarheid aan te stellen. Zij gaan vanaf 1 januari 2020 bedrijven bezoeken en ondernemers ondersteunen om hun personeel duurzaam inzetbaar te houden.

Afgelopen jaar hebben we met een aantal pilotbedrijven een experiment met sensoren uitgevoerd, voor het monitoren van het binnenklimaat in fabrieken. Met subsidie van het sociaal fonds kunnen we dit succesvolle experiment volgend jaar verder uitrollen in de branche.

We hebben het afgelopen jaar ook het samengaan van de pensioenfondsen meubel en houthandel voorbereid. Dat is bijna afgerond.

Momenteel zijn we bezig met de onderhandelingen voor de nieuwe cao per 2020.

Naast de nieuwe projecten hebben we natuurlijk ook onze standaard individuele en collectieve dienstverlening voor juridische zaken, arbo en veiligheid, cao, pensioenfonds, energie en gas, incasso, innovatie, de samenwerkingsverbanden en voor de collectieve verzekering. En onze vele branche-events, waarbij we voor het eerst ook een event samen met het expertisecentrum meubel hebben georganiseerd. Bij deze events waren in 2019 weer veel leden aanwezig, net als vandaag. Dat is goed om te zien.

Dit jaar is bijna ten einde, we gaan straks genieten van een paar welverdiende extra vrije dagen.

In het nieuwe jaar staat CBM natuurlijk weer voor jullie klaar.

CBM schudt leden wakker over meldplicht energiebesparende maatregelen

cbm-4-april-2019-10_1
Lees het gehele artikel

Diverse discussies over het klimaat beheersen steeds vaker het dagelijkse nieuws. Er zijn zorgen over de toekomst van onze wereld en iedereen moet aan de slag om een steentje bij te dragen. Ook de bedrijven in de houtverwerkende industrie.

Het ministerie van EZK heeft bepaald dat alle bedrijven hun energiebesparende maatregelen moeten melden bij het eLoket van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit geldt als het bedrijf meer dan 50.000 kWh elektriciteit of meer dan 25.000 kubieke meter gas verbruikt. Er is een meldplicht voor 1 juli 2019! “Doe het. Anders ben je in overtreding”, zo stelt Dirk van Deursen, innovatieadviseur bij brancheorganisatie CBM. “Zie het maar als omgekeerde bewijslast. Nu krijg je als bedrijf de kans het zelf te melden. Het is onze doelstelling om alle leden tijdig wakker te schudden. Wij gaan ze informeren, maar zeker ook ontzorgen bij dit traject. Dit is een heel complexe materie.”

CBM biedt diverse hulpmiddelen aan die de leden kunnen gebruiken. Zo zijn er in de afgelopen maanden drie informatiebijeenkomsten geweest, maar heeft de brancheorganisatie ook een speciale tool ontwikkeld die bedrijven voorbereidt op de melding bij het eLoket. “Sinds begin jaren negentig is dit niet meer gemonitord. Ongeveer 125.000 mkb-bedrijven met een bepaalde ondergrens op het gebied van energieverbruik moeten zich bij de overheid melden.” 

Ter ondersteuning en als bron van informatie heeft CBM een speciale website gelanceerd: www.cbm-energie.nl. “Hier leggen we aan de hand van vier diensten uit waar het over gaat en welke maatregelen een bedrijf kan nemen om energie te besparen. Deze diensten zijn ons eigen energiecollectief, de energiescan, de aanschaf van zonnepanelen en het monitoren van informatie. Want besparen op het gebied van duurzaamheid is onze grootste uitdaging. Wie de energiescan op deze site invult, wordt zich bewust van het verbruik en wat je kunt besparen. Tevens worden hierbij volgens Van Deursen energiebesparende maatregelen aangereikt met een indicatie van de terugverdientijden. “Ondernemers die na het bestuderen van alle info graag geholpen willen worden, kunnen via ons een expert aanvragen. Als brancheorganisatie ontzorgen wij de leden graag. De verantwoordelijkheid blijft echter bij de ondernemer zelf liggen, maar wij helpen graag mee om te zorgen dat alles zo goed en volledig mogelijk bij de overheid wordt aangeleverd.”

Energiebesparende maatregelen

“Laat zien hoe duurzaam je bent en overtuig anderen van het belang”, aldus Dirk van Deursen.

Volgens Van Deursen zien steeds meer bedrijven het nut in van de duurzaamheidsmaatregelen. “Het is een thema dat echt begint te leven, al valt er nog veel winst te halen. Kijk naar zonnepanelen. Dat heeft ook tijd gekost, maar nu is het gemeengoed geworden. Het doel van maatregelen als deze is dat duurzaamheid in de genen van mensen gaat zitten. Daarnaast is het ook steeds vaker een goed promotiemiddel naar de klant toe. Laat zien hoe duurzaam je bent en overtuig anderen van het belang. De overheid doet bovendien alles om de milieuproblematiek bespreekbaar te maken en mensen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Daarom zijn er ook diverse stimulerende maatregelen om te verduurzamen zoals investeringssubsidies en fiscale compensatieregelingen. Het is nu tijd om actie te ondernemen. Zeker door die datum van 1 juli.”