Wat krijg je als je drie ‘oude rotten’ uit de houtbewerkingsindustrie bij elkaar zet? Juist. Mooie verhalen over vroeger, een beeld van de sector zoals die vandaag is en een blik in de toekomst. Fred de Geus, eigenaar van Meubelfabriek FMO, Edwin Klooster, directeur van Total Timber BV en Kees van Voorthuizen, Managing Director bij SCM Group, hebben het hart op de tong.
“Mijn vader is 60 jaar geleden begonnen met het maken van beuken rompen voor 3B zitmeubelen. Houthandel Eecen bracht toen bij ons in het dorp nog hout met paard en wagen. Een afzuiginstallatie was er in de werkplaats van toen niet eens. Dat veranderde echter met de komst van meer machines. Een Helma kopieer frees met retourtransportbanden bijvoorbeeld. Bijna science fiction, het halve dorp liep uit om te komen kijken”, opent Fred het gesprek.
Edwin herinnert zich de vervlogen tijden nog goed: “Ik ben als kind opgegroeid met hout en houten meubelen in de houtbuigerij van mijn ouders en familie. Op ambachtelijke wijze werden er meubelonderdelen van massief eiken en beuken gebogen.”
“Dit was lichamelijk zwaar en moeilijk werk, veel moest met de hand gebeuren en in de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 was er ontzettend veel vraag naar eikenhouten meubilair, de meubelindustrie draaide op volle toeren om aan de vraag naar eikenhouten meubelen in Europa en later ook in Japan te kunnen voldoen. In bijna elke gemeente in Nederland waren destijds wel één of meerdere meubelfabriek(en) te vinden. De talrijke houthandelaren van destijds hadden grote voorraden en veel ‘van hetzelfde’, om de fabrikanten te kunnen voorzien in hun behoefte, zodat er seriematig kon blijven worden geproduceerd.”
Daar voegt Kees aan toe: “Zelf ben ik ben 35 jaar actief in de machinehandel en als je hierop terugkijkt is er veel veranderd. Veel veranderingen in de positieve zin, waarin je het ondernemerschap, de creativiteit, en het doorzettingsvermogen ziet van de Nederlandse houtverwerkers. In de jaren ‘80 waren er nog vele grote meubelfabrieken actief met een seriematige productie. Toen werkzaam met machines zoals alleskunners, kopieerfreesmachines en carrouselfreesmachines. Geleidelijk verdwenen deze bedrijven en werden producties verplaats naar Oost-Europa. Er heerste een angst dat onze banen in de industrie verdwenen, maar als we daar nu op terug kijken zien we dat de interieurbouw dit weer heeft ingevuld.”
“Tegenwoordig produceren meubelmakerijen ook interieurwerk en levert de interieurbouw dus ook meubelen”, vervolgt Edwin. “De hedendaagse industriële meubelproductie en interieurbouw kenmerken zich steeds vaker door het slim en uitermate efficiënt kunnen voorzien in de vraag naar hoogwaardig maatwerk. Korte levertijden vragen snelle omsteltijden van machines en daar hoort een meedenkende en meewerkende partner bij, die goed is in ‘just in time levering’ van het benodigde hout. Wij zijn gespecialiseerd in het leveren uit voorraad van hoogwaardige kwaliteiten en houtsoorten. Veel van onze afnemers beschouwen ons als partner en verlengstuk van de inkoop. Ook onze adviserende rol en meedenken in oplossingen voor de eindklant wordt steeds belangrijker.”
Fred: “Op dit moment leveren we voor 95% aan interieurbouwers, de verandering bij hen gaat echt razendsnel. Vroeger deden ze alles zelf, ze bestelden wel eens wat ruig hout, in de loop van de tijd lieten ze het schaven en nu laten ze het tot prefab product verwerken. Dat zag je eerst vooral bij de grotere bedrijven, maar nu zijn het ook de kleinere organisaties die dat zo doen. Een grote verandering bij de interieurbouwers is de werkvoorbereiding. Met de huidige tekenpakketten kunnen alle onderdelen er zeer precies uitgehaald worden, op een betrouwbare manier. Bedrijven die hier niet voldoende in meegaan zullen zeker de slag verliezen. Wij zijn nu aan het testen met een systeem waarmee de klant de maten rechtstreeks in zaagbestand kan zetten. Het moet dan mogelijk zijn om bestekken bijvoorbeeld per meubel, per filiaal, kriskras door elkaar te produceren. De diverse onderdelen moeten er dan kant en klaar, naar referentie bestickerd uit komen.”
Duurzaam werken heeft de toekomst, ook in de houtsector. Edwin licht toe: “Ook de vraag naar en aanbod in duurzaam geproduceerd en gecertificeerd hout zoals met de keurmerken FSC en PEFC is de laatste jaren flink in opmars en zal in de toekomst steeds vaker worden toegepast. Hout is volop in de mode, in al zijn natuurlijke schoonheid en kwaliteiten. En, gelukkig maar want hout heeft bewezen de laagste CO2 footprint van alle traditionele (bouw)materialen. Door het toepassen van duurzaam massief hout kunnen we dus een belangrijke bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen.”
Ook moderne manieren van werken dragen bij aan duurzaamheid. Kees zegt tot besluit: “Seriematige productie is verdwenen en er is een bedrijfstak ontstaan die sterk is in een batch one productie. Door de juiste software en machines kunnen we vandaag de dag uiterst efficiënt – dus duurzamer – een prachtig stuk maatwerk ontwerpen en produceren. De performance van de hedendaagse CAD/CAM-systemen heeft niet alleen voordelen voor het ontwerp en de aansturing van de productie, maar is tegenwoordig een verkooptool. Klanten zien hun ontwerp in een 3D omgeving of lopen er virtueel doorheen met een Augmented Reality bril. Deze technieken brengen ons dichter bij de consument en zullen de markt alleen maar vergroten. Daarnaast zie je dat Building Information Modeling (BIM) een steeds belangrijkere plek krijgt en ook de opkomst van IoT op de machines. Deze machines zijn verbonden met het internet en registeren en signaleren belangrijke informatie qua productie, onderhoud en slijtage. Met deze informatie is het beheer en onderhoud van de machines eenvoudiger en bepaalt de gebruiker wanneer de machines stilstaat voor onderhoud en niet de machine.”