Op het moment dat de vakman begint met het verspanen van materialen dient deze rekening te houden met zowel de aanvoersnelheid als met het daarbij passende toerental. Vraag is: waarom wordt de perfecte aanvoersnelheid berekend? Maar ook, waarom is dit eigenlijk zo belangrijk? Ad Biemans, specialist bij KMWE Toolmanagers, geeft antwoord.
KMWE Toolmanagers is producent en leverancier van een totaalpakket in tooling voor de verspanende hout-, metaal- en kunststofindustrie. Men verkoopt, ontwikkelt, produceert, reconditioneert en herslijpt alle voorkomende verspanende gereedschappen. Dit familiebedrijf heeft al ruim 60 jaar ervaring en is gevestigd in Nederland (Eindhoven) en België (Oudsbergen).
“Niet alleen de juiste aanvoersnelheid is belangrijk, ook het juiste toerental”, aldus Biemans. “Een goede combinatie van deze twee aspecten zorgt ervoor dat zowel de standtijd van de gereedschappen langer wordt en dat ook het geluidsniveau lager is. Wie de perfecte aanvoersnelheid wil berekenen, gebruikt de volgende formule: Aanvoersnelheid = (aanvoer x 1000) : (toerental x aantal tanden). Hierbij dient de bewerker rekening te houden met het materiaal. Zo zijn de meest voorkomende materialen in de houtindustrie volkern, multiplex, MDF, zachthout langs, zachthout dwars en hardhout. Daarnaast dient men rekening te houden met de manier van verspanen.”
“Wat is het doel? Een fijne (gladde) midden of grove verspaning? Indien men kiest voor een grove verspaning, bijvoorbeeld als men eerst iets voorfreest, moet de afname per tand namelijk groter zijn, dan wanneer men op fijne wijze verspaant. Zo wordt zichtbaar dat men met verschillende aspecten rekening moet houden. Dit heeft te maken met het feit dat elk materiaal anders reageert.”
Het berekenen van de juiste aanvoersnelheid is belangrijk om de volgende punten te voorkomen:
· Slecht freesbeeld;
· Gereedschappen worden sneller bot;
· Meer geluid tijdens het verspanen;
· Kans op breken van het gereedschap;
· Kans op branden van het product en dus rookontwikkeling.
Biemans: “Met een hoge aanvoersnelheid wordt meer geproduceerd dan met een lage aanvoersnelheid. Bij de perfecte aanvoersnelheid kan men het maximale resultaat behalen. Dit is mogelijk door het aantal meters te verleggen van het punt dat de kwaliteit van het product goed blijft tot het punt dat de kwaliteit minder wordt. Dit is de meest efficiënte werkwijze die voor een meer productie zorgt. De spaandikte(Fz) moet dan ook zo groot mogelijk zijn. Dan verspaant men het meest efficiënt.”
Een aantal factoren dat de Fz beïnvloedt:
· De afwerking van de werkstukken;
· De kwaliteitsnorm van de klant voor
het product;
· Het vermogen van de machine;
· Vastliggen van het werkstuk;
· De stabiliteit van de machine;
· De conditie van het snijgereedschap;
· Afzuiging van de spanen;
· Verschillende aanvoersnelheden bij langs en kopshout.
Tot slot komt Biemans nog met een rekenvoorbeeld. “Stel men wil een gladde afwerking op MDF. De spaanafname per tand zal dan ongeveer tussen de 0,3 tot 0,5 mm moeten zitten. In dit voorbeeld wordt een aanvoersnelheid van 12 meter en een toerental van 16.000 toeren p/min gebruikt. (Aanvoersnelheid 12 meter x 1.000 =) 12.000 : (toerental 16.000 x 2 =) 32.000 = 0,375 mm per tand. Conclusie: dit is goed voor een mooi, glad freesresultaat.”